Risico’s bij Carpaal tunnelsyndroom
De ingreep zal worden uitgevoerd door een ervaren plastisch chirurg, in samenwerking met eveneens ervaren, gediplomeerde operatieassistenten, in een goed geoutilleerde behandelkamer, zodat u verzekerd bent van een kwalitatief goede behandeling. Toch kunnen zeldzame complicaties optreden.
Zwellingen en bloeduitstortingen
Zoals bij iedere operatie kunnen er in het behandelde gebied zwelling en bloeduitstortingen optreden die na verloop van tijd spontaan verdwijnen. Het risico hierop is groter bij het slikken van bloedverdunners.
Een enkele keer is de hand na de operatie pijnlijk, gezwollen en komt de beweging van de vingers moeilijk op gang. In dergelijke gevallen is nabehandeling door middel van handtherapie nodig.
Een ernstige, maar gelukkig zeer zeldzame complicatie die na een operatie kan optreden en die tevoren niet goed te voorzien is, is de zogenaamde dystrofie van de hand. Er treedt dan zwelling op van de gehele hand, die ook pijnlijk wordt, vooral bij bewegen, terwijl de kleur varieert. Het is van belang dat U bij het optreden van dergelijke verschijnselen zo spoedig mogelijk Uw arts raadpleegt, zodat deze maatregelen kan nemen.
Roken
Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Wij raden u dan ook dringend aan om 8 weken voor (en na) de operatie te stoppen met roken.
Infectie
Bij iedere operatie is er altijd een klein risico op een wondinfectie. De eerste maanden kan het litteken nog hard en gevoelig aanvoelen. Littekens kunnen dik (hypertrofisch) worden of zelfs buiten de begrenzing van het oorspronkelijke litteken gaan groeien en wild vlees geven (keloïd). Deze overmatige littekenvorming wordt vaker gezien bij mensen met een donkere huidskleur. Littekens op een zeer bleke huid blijven soms veel langer rood.
Het kan zijn dat de operatie niet het gewenste resultaat oplevert. Dit kan komen doordat langdurige druk op de zenuw reeds onherstelbare schade aan de zenuw heeft veroorzaakt.
De kans dat de aandoening terugkomt na de operatie is zeer laag.